Ik heb een droom dat op een dag dit volk zal opstaan en recht zal doen aan de ware betekenis van zijn credo: “Wij beschouwen de volgende waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen gelijk geschapen zijn”. Ik heb een droom dat op een dag op de rode heuvels van Georgia de zonen van voormalige slaven en de zonen van voormalige slavenhouders in staat zullen zijn samen aan te schuiven aan een tafel van broederschap. Ik heb een droom dat op een dag zelfs de staat Mississippi, een staat die smoort in de hitte van onrecht en smoort in de hitte van onderdrukking, een oase van vrijheid en gerechtigheid zal worden. Ik heb een droom dat mijn vier kinderen op een dag zullen leven in een land waar zij niet beoordeeld zullen worden op de kleur van hun huid, maar op de inhoud van hun karakter. Ik heb een droom vandaag.

‘K heb een wens; eens regeert de rede. Eens heerst er vrede en leven de mensen net eender. Eens spreekt het recht, en verwerft elk mens het zeer gewenste respect. We bewenen het verleden en verwerpen de gevechten, de geslepen messen en de heersende meesters. Geketende mensen beefden en geknevelde geesten bezweken. Hetzelfde enge beest test eveneens het heden. ‘K heb een wens; eens regeert de rede. Getergden, de kelen gereten en de stemmen hees smekend, wensen en bevelen de vrede. Eens geven we het recht de zege, herkennen we ergens de verre bergen en leren we te verkeren met vreemden. Eens vergeten we het helse verleden en hebben we zelfs het ergste vergeven. De rede temt de gemene beesten. Eens geeft deze smeekbede m’n erven een beter leven en begeert elk mens de vrede. ‘K heb een wens; eens regeert de rede.